SV | Zo zal de priester voor hem verzoening doen over zijn zonde, die hij gezondigd heeft in enige van die [stukken], en het zal hem vergeven worden; en het zal des priesters zijn, gelijk het spijsoffer. |
WLC | וְכִפֶּר֩ עָלָ֨יו הַכֹּהֵ֜ן עַל־חַטָּאתֹ֧ו אֲשֶׁר־חָטָ֛א מֵֽאַחַ֥ת מֵאֵ֖לֶּה וְנִסְלַ֣ח לֹ֑ו וְהָיְתָ֥ה לַכֹּהֵ֖ן כַּמִּנְחָֽה׃ ס |
Trans. | wəḵiper ‘ālāyw hakōhēn ‘al-ḥaṭṭā’ṯwō ’ăšer-ḥāṭā’ mē’aḥaṯ mē’ēlleh wənisəlaḥ lwō wəhāyəṯâ lakōhēn kamminəḥâ: |
Zo zal de priester voor hem verzoening doen over zijn zonde, die hij gezondigd heeft in enige van die [stukken], en het zal hem vergeven worden; en het zal des priesters zijn, gelijk het spijsoffer.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zo zal de priester voor hem verzoening doen over zijn zonde, die hij gezondigd heeft in enige van die [stukken], en het zal hem vergeven worden; en het zal des priesters zijn, gelijk het spijsoffer.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!